Metamorphosis

De plassen in de straten
weerkaatsen ‘t late licht.
Het dorp ligt al verlaten.
Alle deuren zijn dicht.

Buiten liggen de landen
te wachten op de nacht.
Nu vallen alle banden.
Nu komt waarop ik wacht.

Nu zwijgen alle vragen,
verstrakt wat was verward.
Dit zijn de laatste slagen
van mijn bezwijkend hart.

Een mild, gestadig sneeuwen
kust mijn verkild gezicht.
Een fijne kou vouwt strelend
zich om mijn handen dicht.


IJl stijgende, verdwijnend
van hier zal ik stilaan
vervriezen en doorschijnend
tussen de sterren staan.